Woordenschat

De taalontwikkeling van baby tot peuter

Taal geeft ons de mogelijkheid om ons uit te drukken, onze wensen kenbaar te maken en informatie te delen met anderen. Een rijke woordenschat zorgt voor een goed taalbegrip. Je kind kan al direct vanaf de geboorte taal leren. Wat bij iedere ontwikkeling speelt, geldt ook voor die van taal: ieder kind heeft zijn of haar eigen tempo. Terwijl de ene peuter brabbelt, spreekt de ander al in volzinnen en dat is prima. Alles op zijn tijd, als je kind eraan toe is.

Wat kun je doen om bij je baby de taalontwikkeling te stimuleren?

- Praat tegen je baby tijdens het verschonen, aankleden en andere dagelijkse handelingen

- Houd je zinnen kort en eenvoudig

- Benoem wat je doet en wat je gaat pakken

- Zeg rijmpjes

- Lees babyboekjes voor

- Zing liedjes met je baby en luister samen naar muziek

- Wijs voorwerpen, dieren en andere dingen in de omgeving aan en benoem deze.

Als je kind een dreumes is, kan hij of zij korte woorden gaan zeggen. Vooral lichaamstaal maakt veel duidelijk bij deze leeftijdsgroep. Ook bij dreumesen kun je de taalontwikkeling stimuleren:

- Luister naar de woorden van je kind en probeer te begrijpen wat hij of zij bedoelt

- Zegt je kind een woord verkeerd, keur het dan niet af maar zeg zelf het juiste woord. ‘Oto.’ ‘Ja, ik zie ook de auto.’

-Bekijk plaatjesboeken en wijs dingen aan, vraag naar dingen waarvan je kind het woord niet kent en wissel dit af met woorden die hij of zij wel kent. Gebruik het woord in een zin; ‘Zie je de bal? Wat een grote bal is dat?’

- Gebruik vooral woorden en vervang die niet door geluiden, dus zeg niet ‘Kijk, daar komt de broem-broem.’ als je het over een auto hebt

- Bij dagelijkse handelingen, zoals het smeren van een boterham, het poetsen van je tanden en koken, kan je kind ook veel leren als je vertelt wat je doet. Je kunt eventueel zorgen voor materiaal zodat je kind mee kan doen.

En ga vooral ook gezellig door met voorlezen en zingen!

 

Woordenschat Woordenschat